Deze week was een korte week, maar we hebben weer veel stappen gezet in onze sociaal culturele praktijk. Maandag is meester Ruben gestart met een tekst over waarom een insectenhotel zo belangrijk is en hoe je deze maakt. De kinderen hebben een woordweb gemaakt met wat ze allemaal nodig hebben om een insectenhotel te maken. Na het lezen van de tekst hebben ze opgaven gemaakt waarbij ze maten moesten omzetten (stukje rekenen kwam zo mooi aan bod). Daarna hebben ze een ontwerp gemaakt van een insectenhotel. Volgende week maandag gaan ze hiermee verder. Belangrijk is dat de kinderen hun spellen meenemen om een insectenhotel te kunnen maken.
Dinsdag hebben we gesnuffeld in boeken naar weetjes over het lieveheersbeestje. Dit hebben we verkort genoteerd en hangt nu op de onderzoekswand. Ook hebben we kennis gemaakt met het maken van een lapbook. De kinderen hebben ideeën opgedaan van hoe een lapbook te maken. Ook hebben we samen bedacht wat er van je kriebelbeestje in een lapbook moet komen. Dit heeft weer een plekje gekregen op de plannenmuur, zodat iedereen dit goed weet en kan terug vinden.
Vorige week hadden we een betoog geschreven over de stelling: ’het is zielig om vlinders/rupsen in een glazen bak te houden’. We hebben een standpunt ingenomen en hierbij verschillende argumenten gegeven. Afgelopen week gingen we ons betoog reviseren (staat alles erin? Is het duidelijk?) en het vervolgens herschreven.
Op woensdag hebben we het gehad over camouflage en mimicry, want hoe overleven kriebelbeestjes eigenlijk en waarom hebben lieveheersbeestjes eigenlijk die rode kleur? Een mooi bruggetje van het lieveheersbeestje naar het overleven. Twee lastige woorden waarvan we nu het verschil weten. Middels plaatjes hebben we het verschil op de onderzoekswand weergegeven.
